Royal Dutch Shell Group .com Rotating Header Image

How Shell pleased Qaddafi

It seems Shell violated its own principles in Libya…

SUMMARY OF AN ARTICLE PUBLISHED IN THE DUTCH MAGAZINE VRIJ NEDERLAND ON 1st AUGUST 2012 (TRANSLATED INTO ENGLISH)

Shell consolidated its interests in Libya by appeasing Qaddafi’s confidants with jobs for their children.

Ahmed Sawani was in 2006 a freshman in Electrical Engineering and Computer Science at the University of Tripoli. In despite of the fact he just started studying, he got a job at Shell Libya. According to a comment in a leaked Shell document, Ahmad’s father was director of the Qaddafi Foundation, an acquaintance of the country chairman of Shell Libya, Mark Hope. Just like the Sawanis many other Very Important Persons are mentioned in the VIP document. The opposite also happened when a minister, Tahar Jehaimi, was relieved from his post and nothing was heard from him for a long time. It was mentioned as a reason for closing the file of his child.

The leaked Shell document contains 32 names of predominantly young people with ties to the inner circle of the Qaddafi regime. The document proves Shell had a policy of VIP recruitment in the period 2007-2009. A recruitment list with detailed information of the VIP candidates and comments of Shell-employees is in the possession of Vrij Nederland, a Dutch newsmagazine. The list was given to Vrij Nederland by the Englishman John Donovan of the website Royaldutchplc.com which has critically monitored the multinational for many years. John Donovan says he has a network of people who work for the oil and gas company or used to work for it.

The document from Libya was accompanied by an e-mail signed by Shell Libya staff. This let the whistleblowers know that the VIP candidates not only received preferential treatment in their application, but also a bonus if they signed a contract. The letter writers call it “ironic” that many of the people on the list “do not have the right skills and professional experience, but nonetheless were adopted.

Shell presents itself as a company that operates according to self-set high principles: the so-called Business Principles. Under the heading “Responsibilities” Shell states it seeks equal opportunities for its employees to develop their skills and talents. It seems Shell violated its own principles in Libya. A former employee of Shell Libya who wishes to remain anonymous, is not surprised about the existence of the VIP recruitment list. “In all countries where I worked for Shell, it was common to find people who had connections with the local regimes. I have also witnessed this in Nigeria and Iraq, “he says. “Good relations with the powers that are crucial for the proper functioning of Shell. The protection of financial interests is paramount. Everything is done to ensure a regime remains friendly. ”

Shell refused to comment about the documents. It states: “Shell does not comment on leaked documents. We work under strict Shell General Business Principles and Code of Conduct that allows for transparency, diversity and inclusiveness. Our recruitment’s are either advertised, by referral or by direct application. All applicants are screened and assessed for the skills required for the particular job. Short listed applicants are interviewed by more than one assessor in full adherence to our SGBP and COC and local employment laws. All interviewees are then notified of the outcome of the interview. We do not exercise any form of favoritism and in fact exercise even stricter screening according to our Anti-Bribery and Corruption guidelines when a job applicant is referred to us or is in relation to a government official.”

SOURCE ARTICLE IN DUTCH (Vrij Nederland August 2012 pdf)

Shell stelde zijn belangen in Khadaffi’s Libië veilig door diens vertrouwelingen te paaien met baantjes voor hun kinderen.

Door Harm Ede Botje / Abdou Bouzerda

Ahmed Sawani was in 2006 beginnend student elektrotechniek en informatica aan de universiteit van Tripoli. Zijn vader Youssef Sawani was directeur van de Khadaffi-stichting, waar Khadaffi’s zoon Saif al-Islam de voorzitter van was.

De Sawani’s behoorden tot de inner circle van het regime. Door het oliebedrijf Shell, dat grote belangen heeft in Libië, werd zoon Ahmed in die jaren als een very important person behandeld. Dat blijkt uit een rekruteringslijst waarover Vrij Nederland beschikt, waar in een aparte column werd aangeven welke sollicitanten als vip werden aangemerkt en welke niet.

In het document staan de namen van 32 overwegend jonge Libiërs die in die jaren studeerden of net aan hun eerste baan waren begonnen en die een carrière bij de oliemaatschappij ambieerden. Allen behoorden net als Ahmed Sawani tot families die nauw waren verbonden met het regime. In een toelichting bij de sollicitatie van Ahmed Sawani staat uitdrukkelijk vermeld dat zijn vader Youssef ‘een bekende’ was van de Shell-directeur Mark Hope. Op 22 juli 2007 sprak Sawani junior met de Nederlander Bert Nelissen die destijds werkte bij de afdeling personeelszaken. Afgesproken werd dat Sawani ondanks het feit dat hij net studeerde een baantje kreeg op de afdeling personeelszaken.

Ook Taha al-Zwai wilde in diezelfde periode graag bij Shell werken. ‘Hij is de zoon van de voormalige Libische ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk, nu de ambassadeur in Marokko,’ schreef een Shell-medewerker onder het kopje ‘toelichting’ in het document. Daar mee was het cv van de oude Al-Zwai niet volledig. Mohamed Abdul Quasim al-Zwai was immers een schoolvriend van Khadaffi en in 1969 een van de getrouwen met wie de toen nog jonge kolonel een coup pleegde. In januari 2010 zou Al-Zwai het in de nadagen van de dictatuur tot voorzitter van het Algemeen Volks congres schoppen.

Shell kwalificeerde zoon Taha dus niet zonder reden als een belangrijk persoon. Het was overigens de jonge Taha zelf die Shell-directeur Hope benaderde met het verzoek op het hoofdkantoor in Londen stage te mogen lopen, wat inderdaad in een verblijf in de Britse hoofdstad resulteerde. Van een verdere relatie tussen Shell en Taha kwam het niet. ‘Zijn vader heeft de kwestie niet meer met mij besproken, zaak gesloten,’ schreef een Shell-medewerker.

Een derde voorbeeld: Hamza Ati al-Obeidi, zoon van Abdul Ati al-Obeidi, Khadaffi’s voormalig premier, president en minister van Buitenlandse Zaken. Op dit moment zit vader Al-Obeidi achter de tralies. In juni 2007 ontving Shell-directeur Hope het verzoek een aanstelling voor zoon Hamza te regelen. Dat verzoek kwam via Ramadan Barg, voorheen een vooraanstaand diplomaat bij de Verenigde Naties en blijkbaar een bekende van de Al-Obeidi’s. Ondanks de welwillende houding van Shell kwam het niet tot een samenwerking. ‘In juli opnieuw contact gehad met Ramadan Barg, die vroeg of ik Hamza wilde ontmoeten. Ik zei ja, maar verder niets meer gehoord of gezien,’ was het commentaar van de Shell-medewerker. Shell stuurde ook kinderen van machtige Libiërs op taalcursus. Zoals Mohammed Faied, de zoon van een oliedirecteur met wie Shell regelmatig samenwerkte. Die had blijkens het document gevraagd om een ‘door Shell betaalde cursus Engels’ voor zijn zoon.

In Libië lijkt Shell haar eigen ‘principles’ met voeten te hebben getreden

Shell haalde de afgelopen jaren in Libië miljardencontracten binnen voor het zoeken naar olie en gas. Ook werd in samenwerking met de Libische staatsoliemaatschappij geïnvesteerd in de uitbreiding en verjonging van twee fabrieken waar aardgas vloeibaar wordt gemaakt. Tot 2004 was het voor Shell ondoenlijk toegang tot het land te krijgen vanwege internationale sancties. Libië was de paria van de internationale gemeenschap omdat Khadaffi terroristen steunde, een kernwapenprogramma had en chemische wapens ontwikkelde. Aan dat isolement kwam een einde toen hij na de val van zijn Iraakse collega Sad dam Hoessein in 2003 een grote draai maakte. Khadaffi zette zijn kernprogramma stop en beterde zijn leven ook waar het ging om steun aan gewapende groepen. Bovendien werd na jarenlang touwtrekken een deal gemaakt over de vergoeding aan de nabestaanden van het Lockerbie-drama. Khadaffi werd weer een graag geziene gast in westerse hoofdsteden, waar hij met tenten en vrouwelijke bodyguards de show stal.
Bedrijven stonden in de rij om het olierijke Libië te verleiden tot grote orders; zo ook Shell. De Britse premier Tony Blair bracht Khadaffi in maart 2004 een historisch bezoek en opende daarmee de weg voor het binnenhalen van olie- en gascontracten. Tijdens het bezoek werd bekendgemaakt dat Shell een eerste contract voor gaswinning op zee binnenhaalde ter waarde van meer dan een miljard euro.

The Guardian onthulde in 2009 op basis van vrijgegeven Britse regeringsdocumenten hoe Shell erin slaagde Blair in te zetten voor de behartiging van haar belangen in Libië toen het land net openging. Volgens de documenten waren er tussen 2004 en 2007 meer dan een dozijn bijeenkomsten met vertegenwoordigers van Shell, Libië en Groot-Brittannië, ook in Tripoli. The Times kreeg op grond van de Freedom of Information Act ook documenten in handen. Het ging om een correspondentie tussen Shell en Downing Street 10 waaruit bleek dat een conceptbrief van het oliebedrijf voor een groot deel letterlijk werd overgenomen door toenmalig premier Tony Blair. In zijn brief aan Khadaffi complimenteerde de Britse premier de Libische leider met de jaarlijkse ‘dag van de revolutie’, precies zoals Shell had geadviseerd. Ook wordt door Blair op aangeven van Shell – en daar ging het natuurlijk om – aangedrongen op een snelle afronding van een oliecontract.

Er was Shell blijkbaar alles aan gelegen om, nu ze eenmaal een voet tussen de deur hadden, de verhoudingen met het Khadaffi-regime te bestendigen door hun kinderen stages, studiereizen of werkplekken te bezorgen, zo blijkt uit het document dat Vrij Nederland in haar bezit heeft. Dat Shell het echt belangrijk vond om zogenaamde vip-sollicitanten als zodanig te herkennen, bleek toen een zekere Anas Layas verzuimde tijdens een sollicitatiegesprek te vermelden dat zijn vader hoofd was van het Libische Investeringsfonds, een fonds dat een vermogen beheerde van meer dan vijftig miljard euro en waar Khadaffi’s zoon Saif al-Islam een belangrijke rol speelde. Dat Layas niet werd herkend, leidde tot enige consternatie binnen Shell. ‘Wat gebeurt hier? Zijn vader is zeer belangrijk en dat heeft hij niet gemeld in het afgelopen jaar.’ Het tegenovergestelde gebeurde ook: toen minister van Planning Taher Jehaimi uit zijn functie werd ontheven, was het voor Shell minder van belang zijn dochter een voorkeursbehandeling te geven. ‘Dit dossier kan wellicht worden afgesloten. Vader niet langer minister en sinds lange tijd niets van gehoord,’ is het commentaar.

Het vip-rekruteringsdocument kreeg Vrij Nederland van de Engelsman John Donovan van de website royaldutchshellplc.com, die het bedrijf al jarenlang kritisch volgt. Hij heeft naar eigen zeggen een netwerk van voormalige en huidige Shell-medewerkers die hem regelmatig documenten en informatie toespelen over de oliemaatschappij. Het document uit Libië wordt vergezeld van een e-mail die is ondertekend met ‘Shell Libya staff’. Hierin laten de klokkenluiders weten dat de vip-kandidaten niet alleen een voorkeursbehandeling kregen bij hun sollicitatie maar ook een bonus als ze een arbeidscontract ondertekenden, zonder hiervoor overigens schriftelijk bewijs te leveren. De briefschrijvers noemen het ‘ironisch’ dat veel van de mensen die op de lijst staan ‘niet beschikken over de juiste vaardigheden en professionele ervaring’, dus ook ‘niet erg aantrekkelijk’ zijn voor een multinational als Shell maar desondanks wel werden aangenomen.

Shell presenteert zich graag als een bedrijf dat opereert volgens zelf opgestelde, hoogstaande principes, de zogenaamde business principles, die al in 1976 voor de eerste keer werden afgekondigd en door de jaren heen zijn aangescherpt. ‘Eer lijkheid’, ‘integriteit’, ‘respect voor mensen’ zijn de kernwaarden waar iedere Shell-medewerker zich aan moet houden. Onder het kopje ‘verantwoordelijk heden’ staat te lezen dat Shell ernaar streeft al haar werknemers ‘gelijke kansen te geven om zijn of haar vaardigheden en talenten te ontwik kelen’. In Libië lijken de ‘principles’ dus met voeten te zijn getreden. Overigens laat toenmalig directeur Mark Hope op zijn Linked In-pagina weten van alle 23 Shell-jaren ‘het meest trots’ te zijn op zijn periode in Libië.
Een voormalig medewerker van Shell Libië die anoniem wil blijven, is niet verbaasd over het bestaan van de vip-rekruteringslijst. ‘In alle landen waar ik werkte voor Shell was het gebruikelijk dat er mensen bij ons in dienst werden genomen die connecties met het regime hadden. Ik heb het in Nigeria en Irak ook meegemaakt,’ zegt hij. ‘Goede relaties met de machthebbers zijn cruciaal voor het goed functioneren van Shell. De bescherming van financiële belangen gaat heel ver. Alles wordt in het werk gesteld om een regime te vriend te houden.’

Shell laat weten niet op de uitgelekte documenten te reageren. Ook benadrukt het bedrijf, zonder in te gaan op de specifieke situatie in Libië, dat er nooit sprake is van ‘bevoordeling’ en dat als een sollicitant banden heeft met regeringsfunctionarissen er juist extra screening plaatsvindt op basis van de anti-omkopings- en corruptierichtlijnen die de oliemaatschappij heeft ingesteld.

01-08-2012

RELATED ARTICLE

Shell’s undignified exit from Libya

This website and sisters royaldutchshellplc.com, shellnazihistory.com, royaldutchshell.website, johndonovan.website, and shellnews.net, are owned by John Donovan. There is also a Wikipedia segment.

Comments are closed.